Etymologie: van het Griekse bios ('leven') en ica (zoals in 'elektronica'). Het onderzoek naar mechanische systemen die zich gedragen als levende organismen of als delen daarvan
Amanda Kitts wordt omringd door peuters als ze binnenkomt in het Kiddie Kottage Learning Center bij Knoxville, Tennessee. "Hallo allemaal, hoe gaat het met mijn kindjes?" vraagt ze. Al bijna twintig jaar is Kitts directrice van dit en nog twee andere kinderdagverblijven. Ze bukt om wat tegen een meisje te zeggen, en legt de handen op haar knieën, "De robotarm!" roepen een paar kinderen. "Weet je nog hoe ik een hand kan geven?" zegt Kitts. Ze steekt haar hand naar voren en draait haar pols. Een jongetje strekt aarzelend zijn hand uit om haar vingers aan te raken. De enigszins naar binnen gekromde kunstvingers zijn bekleed met vleeskleurig plastic. Onder dit laagje zijn drie motortjes,een metalen geraamte en een heleboel geavanceerde elektronica verborgen. Het geheel eindigt in een witte kom, die halverwege Kitts bovenarm de stomp omsluit die overbleef toen zij in 2006 haar arm verloor tijdens een auto-ongeluk.
Maar in haar onderbewustzijn leeft een beeld voort van een complete arm, als een fantoom. Als Kitts denkt aan het buigen van haar elleboog, beweegt ze de fantoomarm. Zenuwimpulsen schieten van haar hersenen naar de armstomp waar sensoren ze omzetten in signalen die de motortjes aansturen:de kunstarm buigt zich.
"Ik denk er niet eens bij na. Ik beweeg mijn arm gewoon," zegt de 40-jarige Kitts. Ze gebruikt dit standaardmodel en daarnaast een experimentele arm die haar nog meer controle over de bewegingen geeft. "Na mijn ongeluk voelde ik me verloren. Maar nu zie ik het leven weer zitten, want de arm wordt steeds verder verbeterd. Ooit zal ik er zelfs mee kunnen voelen en klappen als er kinderliedjes worden gezongen"
Kitts is het levende bewijs dat als vlees en botten beschadigd of zelfs helemaal verdwenen zijn, de zenuwen en die gebieden in de hersenen die deze lichaamsdelen bestuurden, voortleven.
Dankzij de ontwikkeling van microscopisch kleine elektroden en nieuwe chirurgische technieken zijn artsen nu in staat deze besturingssystemen bij sommige patiënten te verbinden met allerlei apparaten, zoals camera's, microfoons en motortjes. Het resultaat is dat blinden weer kunnen zien, doven kunnen horen en Amanda Kitts haar blouses kan opvouwen.
De apparaten die dit mogelijk maken, worden neurale prothesen genoemd –of bionische implantaten, want wetenschappers gebruiken deze term uit de sciencefictionliteratuur nu ook.
MENS EN MACHINE Operatief werden zenuwen omgeleid zodat Amanda Kitts in haar stomp spierbewegingen kan maken. De nieuwe generatie prothesen reageert hier op en werkt daardoor meer als een origineellidmaat.
Onderzoekers hebben geleerd dat het mogelijk is machines te koppelen aan de menselijke geest,maar ze weten nu ook hoe moeilijk het is die verbinding in stand te houden. Ais de kom aan de stomp van Kitts' arm maar een klein beetje verschuift, kan ze bijvoorbeeld haar hand niet meer sluiten. Toch betekent de bionica een enorme sprongvoorwaarts. Artsen en onderzoekers zijn nu in staat mensen veel meer terug te geven van wat ze zijn kwijtgeraakt dan voorheen.
"Rehabilitatie, daar draait het om in ons werk," zegt Joseph Pancrazio, programmaleider voor neurale technologie aan het National Instituut of Neurological Disorders and Stroke in de Amerikaanse staat Maryland. "Als iemand met een ruggenmergbeschadiging zelfstandig in een restaurant kan eten zander dat mensen er iets vreemds aan zien, vind ik dat we mogen spreken van succes"
Als Amanda Kitts denkt aan het buigen van haar arm, beweegt in haar hersenen haar fantoomarm,en ook de kunstarm buigt zich.'Ik sta er niet eens bij stil; zegt ze.
Op planken in het kantoor van Robert Lipschutz van het Rehabilitation Institute of Chicago (RIC) is de geschiedenis van de prothese te zien in de vorm van kunsthanden, benen en voeten. "De basistechnologie van kunstledematen is de afgelopen honderd jaar niet wezenlijk veranderd, alleen de materialen zijn anders" zegt hij. Lipschutz laat een linkerschouder met arm zien. Het schouderdeel vormt een soort borstkuras, dat met riemen wordt bevestigd. De arm heeft scharnieren bij de schouder en de elleboog en komt uit in een metalen grijptang. Om de arm te strekken moet je je hoofd naar links bewegen en met je kin een knop indrukken. Om de arm naar buiten te laten bewegen moet je hele lichaam meezwaaien. De besturing is lastig. Na twintig minuten heb je pijn in je nek vanwege de rare houding en de inspanning die het vergt om de knoppen in te drukken. Veel mensen die een arm missen laten zo'n kunstarm na verloop van tijd maar in de kast liggen.
Waarschijnlijk hebben patiënten meer baat bij een prothese van het type dat nu door Amanda Kitts wordt getest, meent Lipschutz. Die wordt bestuurd door de hersenen en niet door lichaamsdelen die eigenlijk niets met handbewegingen te maken hebben. Een nieuwe techniek, targeted muscle reinnervation geheten, gebruikt de na een amputatie achtergebleven zenuwen om een prothese te besturen. De techniek werd in 2002 voor het eerst uitgeprobeerd op een patiënt en vier jaar later kreeg ook Amanda haar prothese, nadat zij bij een aanrijding een arm verloor. "Het leek de beste keuze, in elk geval vee!beter dan motortjes met knopjes,"vertelt Tommy,haar man.
Todd Kuiken is arts en biomedisch ingenieur aan het RIC. Hij is de man achter de prothese die door het instituut 'bionische arm' werd genoemd. Hij wist dat de zenuwen in de stomp van een geamputeerde arm of been nog altijd signalen van de hersenen kunnen doorsturen. Ook wist hij dat een computer die in een prothese is ingebouwd elektromotoren kan aansturen om het lichaamsdeel in beweging te brengen. Het probleem is het tot stand brengen van een verbinding. Zenuwen geleiden elektriciteit, maar kunnen niet zomaar aan een computerkabeltje worden geknoopt. (Zenuwen en metaaldraad verdragen elkaar slecht. En een open wond waarlangs een draadje het lichaam binnendringt, kan een gevaarlijke bron van infecties zijn.)
DE BIONISCHE VROUW Kitts denkt aan een handbeweging en de spieractiviteit in haar fantoom arm, gedecodeerd door een computer op haar rug, zorgt dat de kunstarm echt beweegt. Als ze een experimentele arm aanbindt in het Rehabilitation Institute of Chicago, zegt ze: "Vaak is het of ik mijn arm helemaal niet kwijt ben."
Wat Kuiken nodig had, realiseerde hij zich, was een methode om zenuwenprikkels te ver sterken zander dat er een directe verbinding nodig was -en hij vond de oplossing. Als spieren samentrekken, komt er een stroomstootje vrij dat sterk genoeg is om te worden opgepikt door een op de huid aangebrachte elektrode, Kuiken ontwikkelde een techniek om doorgesneden zenuwen om te leiden van hun oude, beschadigde plek naar andere spieren die hun signalen kunnen versterken.
In oktober 2006 begon de arts met het opnieuw aanleggen van Amanda's bedrading. De eerste stap was het redden van de belangrijke zenuwen die ooit helemaal van haar hersenen naar het uiteinde van haar arm liepen,maar nu eindigden in haarstomp. Tijdens een gecompliceerde operatie werden deze zenuwen omgeleid naar verschil lende delen van Kitts' bovenarmspieren. Daarna groeiden de zenuwen millimeter na millimeter vast op hun nieuwe plekje.
"Na drie maanden begon ik kriebeltjes en trekjes te voelen,"zegt Kitts. "Na vier maanden kon ik als ik mijn arm op verschillende plekken aanraakte verschillende vingers voelen" Wat zij voelde, waren delen van de fantoomarm die nog schematisch in haar hersenen lagen opgeslagen en nu weer waren verbonden met levend spierweefsel. Als Kitts dacht aan het bewegen van haar fantoomvingers, trokken er spieren samen in haar bovenarm.
Een maand later kreeg ze haar eerste bionische arm aangemeten. Deze had elektroden in de kom rond haar stomp om spiersignalen op te vangen. De grote uitdaging was nu deze signalen om te zetten in opdrachten om de elleboog en hand te laten bewegen . Het gebied op Kitts' bovenarm produceerde een flinke elektrische ruis. Ergens in deze ruis was het signaal verborgen voor 'elleboog strekken' of' pols draaien'. Om het juiste signaal naar het juiste motortje te sturen, was er een microprocessor in de prothese ingebouwd, die nog helemaal geprogrammeerd moest worden.
Dankzij Kitts' fantoomarm is het mogelijk deze signalen te lokaliseren. In een laboratorium van het RIC werkt Blair Lock aan de fijn afstelling van de microprocessor. Hij vraagt Kitts de arm los te maken, zodat hij haar stomp met elektroden kan volplakken. Ze staat voor een groot televisiescherm waarop tegen een blauwe achtergrond een los zwevende vleeskleurige arm te zien is die haar fantoomarm voorstelt. Locks elektroden registreren opdrachten van Kitts' hersenen die het uiteinde van haar stomp bereiken zodat de virtuele arm zich beweegt.Zacht pratend om Kitts niet uit haar concentratie te halen, vraagt Lock haar om haar hand te draaien met de handpalm naar binnen. "Beweeg je pols nu naar buiten, met de palm van je hand omhoog," zegt hij. De hand op het scherm beweegt zich."Is dat beter dan de vorige keer?" vraagt ze. "0 , ja, het zijn sterke signalen: ' Kitts lacht. Vervolgens vraagt Lock haar om haar duim langs haar vingers te leggen. De hand op het scherm gehoorzaamt. Kitts kijkt met grote ogen toe. "jeetje, ik wist niet eens dat ik dat kon " Ais de spiersignalen die bij een bepaalde beweging horen eenmaal zijn geïdentificeerd, wordt de computer in de arm geprogrammeerd om op zulke signalen te reageren door het juiste motortje te activeren.
Om met haar arm te oefenen verbleef Kitts enige tijd in een appartement dat werd ingericht door ergotherapeuten en dat alles bevat wat iemand met een nieuwe prothese ook thuis zoal tegenkomt. Er is een keuken met fornuis,een bestek la,een bed,een kast met kleerhangers, een badkamer, trappen en alle andere dingen die mensen dagelijks gebruiken, maar die een enorme uitdaging vormen voor mensen bij wie een ledemaat ontbreekt. Het is verbazingwekkend te zien hoe Kitts een boterham met pindakaas smeert. Ze heeft haar mouw opgerold zodat de plastic kom en haar vloeiende bewegingen zichtbaar zijn . Terwijl haar levende arm een boterham vasthoudt, pakken haar kunstvingers een mes, haar elleboog buigt zich en ze smeert de pindakaas uit.
"In het begin was het niet makkelijk,' zegt ze. "Ik probeerde de arm te bewegen, maar hij deed niet altijd wat ik wilde,"Maar ze bleef oefenen, en hoe vaker ze de arm gebruikte, hoe normaler de bewegingen aanvoelden. Kitts grootste wens is nu dat ze ook nog gevoel in de arm krijgt. Dat zou veel dingen stukken makkelijker maken, waar onder een van haar favoriete bezigheden:koffie drinken.
"Het lastige met kartonnen bekertjes is dat mijn hand zich sluit tot hij iets stevig vast heeft, maar met een kartonnen bekertje gebeurt dat nooit," zegt ze. "Dat ontdekte ik weer eens bij Starbucks. Ik kneep het koffiebekertje helemaal fijn"
De kans is groot dat ze inderdaad gevoel in haar arm en vingers zal krijgen, denkt Kuiken. In samenwerking met het Johns Hopkins University Applied Physics Laboratory heeft RIC een nieuw prototype voor Kitts en enkele andere patiënten ontwikkeld dat niet alleen flexibeler is dankzij meer motoren en gewrichten maar ook drukgevoelige kussentjes op de vingertoppen heeft. De kussentjes zijn verbonden met zuiger stangetjes die in Kitts' stomp drukken. Hoe meer druk ze uitoefent, hoe sterker ze het in haar fantoomvingers voelt.
"Ik kan voelen hoe hard ik knijp," zegt ze. Ze kan ook het verschil voelen tussen iets ruws, zoals schuurpapier, en iets glads, zoals glas, omdat de stangetjes dan sneller of langzamer trillen."Ik garegel matig naar Chicago om ermee te experimenteren en dat vind ik geweldig," zegt ze. "Ik zou die nieuwe prothese het liefst meteen mee naar huis nemen. Hij zit echter veel ingewikkelder in elkaar dan de arm die ik nu mee krijg, en is nog niet helemaal betrouwbaar"